Wettelijk Pensioen
Vanaf 2026 wordt een pensioenmalus ingevoerd voor vervroegd pensioen zonder een loopbaan van minstens 35 jaar. Het pensioenbedrag wordt verminderd met:
2% tot 2030
4% tot 2040
5% vanaf 2040
Omgekeerd wordt een pensioenbonus ingevoerd ter vervanging van het huidige systeem. Personen die na de wettelijke pensioenleeftijd hun wettelijk pensioen opnemen én minstens 35 jaar hebben gewerkt, ontvangen een verhoging van:
2% tot 2030
4% tot 2040
5% vanaf 2040
Daarnaast worden de voorwaarden voor vervroegd pensioen aangepast. Werknemers kunnen vanaf 60 jaar met pensioen, op voorwaarde dat ze minstens 42 jaar gewerkt hebben.
Aanvullend Pensioen (Tweede Pijler)
Alle werknemers krijgen uiterlijk tegen 2035 een verplicht aanvullend pensioen, met een minimale werkgeversbijdrage van 3% van het jaarloon. Als dit sectoraal nog niet geregeld is, worden hier eerst inspanningen geleverd.
De solidariteitsbijdrage van 2% op pensioenkapitalen boven €150.000 wordt verhoogd.
De belasting op Individuele Pensioentoezeggingen (IPT) vóór de wettelijke pensioenleeftijd wordt gelijkgetrokken met andere pensioenstelsels. Gebruik van IPT voor vastgoedfinanciering is enkel nog mogelijk voor de aankoop van de enige eigen woning.
De berekening van de 80%-regel wordt aangepast, rekening houdend met de al opgebouwde loopbaan. Voor de Wijninckx-drempel wordt het daadwerkelijk ontvangen pensioen mee in overweging genomen, en bedragen boven deze drempel worden zwaarder belast.
Stelsel van Werkloosheid met Bedrijfstoeslag (SWT)
De instroom in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (voorheen brugpensioen) wordt stopgezet vanaf de datum van het regeerakkoord. Uitzonderingen gelden voor medische SWT en al aangekondigde herstructureringen of collectieve ontslagen.