Waarom een VVPRbis vennootschap?
Een Belgische vennootschap die dividenden uitkeert, moet naast het betalen van 20% of 25% vennootschapsbelasting op haar fiscale winst, normaal gezien nog eens 30% roerende voorheffing afhouden alvorens 70% netto dividenden aan fysieke personen te mogen uitkeren. Sinds 1 juli 2013 werden er echter vele vennootschappen opgericht die zich, mits ze aan een aantal voorwaarden voldeden, VVPRbis vennootschappen mochten noemen. Het belangrijkste voordeel van een VVPRbis vennootschap is dat ze dividenden mag uitkeren met afhouding van slechts 15% roerende voorheffing. Concreet betekent dit dat een VVPRbis vennootschap die aan een aantal voorwaarden voldoet, eerst 20% vennootschapsbelasting moet betalen en op de resterende 80% winst na belastingen, nog slechts 15% roerende voorheffing moet afhouden. Hierdoor komt netto maar liefst 65% van de netto gerealiseerde winst in handen komt van de aandeelhouder.
Voor een land als België met zeer hoge belastingen is dit dan ook een enorm voorrecht. Dit is voor vele ondernemers reeds sinds 2013 een heel belangrijke reden om een vennootschap op te richten.
Nieuwe Wetboek Vennootschappen en Verenigingen
Sinds 1 mei 2019 echter, de datum waarop het nieuwe Wetboek Vennootschappen en Verenigingen ingevoerd is, is er enige verwarring ontstaan rond één van de oorspronkelijke voorwaarden om te kunnen genieten van het verlaagd tarief van 15% roerende voorheffing. Specifiek gaat het over de volstortingsplicht van het statutaire kapitaal. Heel veel BV’s (opgericht als BVBA’s) zijn nameijk wel opgericht met een kapitaal van minimum 18.550 euro, maar daarvan was dikwijls slechts 6.200 euro of 12.400 euro volstort. Met het nieuwe Wetboek Vennootschappen en Verenigingen is er echter voor nieuw opgerichte BV’s geen kapitaalbegrip meer.
Logischerwijs kwam de vraag of VVPRbis vennootschappen wiens kapitaal niet volstort was per 1 mei 2019, alsnog verplicht waren hun kapitaal te volstorten, alvorens ze konden genieten van het voorrecht om dividenden uit te keren met een afhouding van slechts 15% roerende voorheffing. Een bijkomende vraag was of deze vennootschappen, naar aanleiding van de wettelijk verplichte omvorming van BVBA naar BV, waarbij het begrip ‘Kapitaal’ vervangen wordt door ‘Inbreng’, hun ‘Inbreng’ mogen verlagen naar bijvoorbeeld 1 EUR.
Rulings aangevraagd door het Cobofisk legal team
Het Cobofisk legal team, diende twee recente aanvragen in bij de Dienst Voorafgaande Beslissingen inzake fiscale zaken. Hierin werd bevestigd dat de desbetreffende klanten, na wijziging van hun statuten teneinde deze aan te passen aan de regels die van toepassing zijn op de Besloten Vennootschap en na vermindering van hun ‘Inbreng’ tot een minimum van 1 EUR, kunnen blijven genieten van de verlaagde roerende voorheffing op toekomstig uitgekeerde dividenden, en dit overeenkomstig artikel 269, §2 WIB92. Tevens bevestigde het College dat de voorgenomen verrichting verantwoord is door andere motieven dan het ontwijken van inkomstenbelastingen in de zin van artikel 344, §1 WIB92.
Deze besluiten van het College van de Dienst Voorafgaande Beslissingen in fiscale zaken maken dat veel aandeelhouders van VVPRbis vennootschappen misschien moeten overwegen om, mits het inbouwen van voldoende zekerheid, sneller dan oorspronkelijk gedacht hun BVBA kunnen omvormen naar een BV.
Wil jij ook hulp bij het indien van een soortgelijke aanvraag? Wilt u zeker zijn van de toepassing van de fiscale regels op uw persoonlijke situatie? Het legal team van Cobofisk heeft de nodige kennis en ervaring om u hierin bij te staan.